Abstract (Engels) |
Background:
Person-centeredness within care relationships has received considerable attention in nursing literature, research and healthcare policy since the turn of the century. Concept analyses and conceptual frameworks have been developed and it is considered by some a core value that when enacted forms an essential attribute of effective workplace cultures. However, there has been no exploration of person-centeredness within clinical nurse leadership relationships. In an era of competing needs and dwindling resources traditional hierarchical and autocratic styles of leadership have been shown to be inadequate, but continue to persist, especially in healthcare settings. Whilst a relational approach to leadership is being propagated and showing positive outcomes, the majority of models referred to were developed outside a healthcare context. This study set out to explore and develop the concept of person-centred leadership within a nursing context.
Aims and research questions:
Having negotiated conducting a three year study with stakeholders, we set out to find answers to the questions: “What is person-centred leadership? How can it be developed?” The primary aim was to explore person-centred leadership as it was developed in collaboration with a nurse leadership team of a ward in a Dutch urban general hospital.
Approach and methods:
A critical participatory action research methodology was chosen to enable research done with rather than on leader participants and other stakeholders. The initial orientation phase explored care and leadership relationships using
patient and staff narratives alongside participant observation. Narratives were critically and creatively analysed with participants and after combining with other data sets, the whole team reviewed results and identified issues for action. Four action spirals structured the rest of the fieldwork. A critical and creative reflective inquiry method was designed to facilitate leader exploration of the lived leadership experience. A new nursing system based on primary nursing was implemented. Participant leader facilitated storytelling sessions with staff were set up and self-reflective inquiries were conducted. Collected data was thematically analysed post fieldwork and member-checked.
Findings:
The findings revealed relational processes and contextual influences on the development and living of person-centred leadership in a nursing context. A conceptual framework was created through blending findings with existent propositional knowledge. The relational domain describes the leader attributes enabling being in relation in
a person-centred way, processes for achieving relational connectedness, and positions leaders can take as they aim to enable associate wellbeing and empowerment. Contextual elements which influence and are influenced by leader-associate relating form the contextual domain. An additional framework describes facilitated workplace experiential/
transformative learning in safe, critical and creative learning spaces for leaders/learners to connect thinking with doing in order to influence future being.
Conclusions and implications:
The person-centred leadership framework contributes to relational leadership theory and offers clinical nurse leaders, educators and researchers a style of leadership congruent with the person-centred movement and developed within a nursing context. As the concept is new to nursing and healthcare, further research and
development is recommended.
|
Abstract (Nederlands) |
Achtergrond:
Sinds het begin van deze eeuw heeft persoonsgerichtheid binnen zorgrelaties een toenemende aandacht gekregen in de gezondheidszorg en met name in de verpleegkundige literatuur en onderzoek. Er zijn diverse concept analyses en conceptuele raamwerken ontwikkeld voor persoonsgerichtheid binnen de verpleegkunde. Sommigen beschouwen persoonsgerichtheid als een essentieel kenmerk van effectieve werkplek culturen, maar, persoonsgerichtheid binnen klinische leiderschap relaties is nog niet geëxploreerd. In een tijdperk van concurrerende behoeften en afnemende
middelen, is een traditionele hiërarchische en autoritaire leiderschapsstijl ontoereikend gebleken, echter blijft deze wel voortbestaan, vooral in de zorg. Terwijl een relationele benadering van leiderschap positieve resultaten laat zien en steeds populairder wordt, zijn de meeste, raamwerken en modellen buiten de gezondheidszorg context ontwikkeld. Deze studie verkend en ontwikkeld het concept persoonsgericht leiderschap binnen een
verpleegkundige context.
Doelstellingen en onderzoeksvragen:
Nadat overeenstemming was bereikt met belanghebbenden dat er een driejarige studie zou worden uitgevoerd binnen een verpleegafdeling, werden de volgende onderzoeksvragen vastgesteld: “Wat is persoonsgericht leiderschap? Hoe kan dit worden ontwikkeld?” Het primaire doel was om persoonsgericht leiderschap te onderzoeken tijdens het ontwikkelen hiervan, in samenwerking met de unit manager en teamleiders van een verpleegafdeling in een algemeen ziekenhuis.
Methode:
Een participatief actie onderzoeksmethodologie werd gekozen om ervoor te zorgen dat onderzoek werd verricht ‘met’ in plaats van ‘voor’ deelnemers. De eerste oriëntatiefase onderzocht zorg en leiderschap relaties door middel van patiënt en medewerkers verhalen, naast participerend observatie. Verhalen werden kritisch en creatief
geanalyseerd met deelnemers en na het samenvoegen met andere datasets, heeft het hele team de resultaten bekeken en verbeteraspecten geïdentificeerd. Deze werden omgezet in vier actie cycli die het onderzoek in de praktijk richting gaven.
In de eerste actie cyclus werd een kritische en creatieve methode van reflecteren ontwikkeld, om de leidinggevende te ondersteunen bij het verkennen en ontwikkelen van hun leiderschap stijl. Een tweede actie cyclus hield zich bezig met het implementeren van een nieuw verpleegsysteem, gebaseerd op de principes van ‘primary nursing’, door
de leiders. In de derde actiecyclus faciliteerden de teamleiders wekelijkse bijeenkomsten waarin verpleegkundigen reflecteerde op verhalen die ze met elkaar deelden. In de laatste actie cyclus werden methoden gebruikt om de zelfontwikkeling van deelnemers te onderzoeken. Verzamelde data werd thematisch geanalyseerd nadat de cycli doorlopen waren in de praktijken er is een member-check gedaan door de unit manager en teamleiders
welke hadden deelgenomen in de actie cycli.
Resultaten:
De data analyse liet zien dat relationele processen en contextuele invloeden van invloed zijn op het naleven en ontwikkelen van persoonsgericht leiderschap. Nadat de bevindingen naast de bestaande literatuur over verpleegkundig leiderschap waren gelegd, kon een conceptueel raamwerk voor persoonsgerichte leiderschap ontwikkeld worden. In het relationele domein zijn er negen eigenschappen en vijf kern processen die relationele verbondenheid tussen de leider en de medewerker bevorderen. Tevens zijn er een viertal posities die een leider kan aannemen om medewerkers te helpen ‘tot hun recht te komen’, binnen de praktijkcontext. In het contextuele domein zijn vier elementen geïdentificeerd die invloed uitoefenen op en worden beïnvloed, door de leider-medewerker
relatie. Voor het ontwikkelen van persoonsgericht leiderschap is een ander model ontwikkeld, dat laat zien hoe een facilitator leiders ondersteunt in hun ‘denken’ en dit overeen laat komen met hun ‘doen’, om zodoende hun toekomstige ‘zijn’ als leider positief te beïnvloeden, waarbij rekening gehouden wordt met contextuele invloeden.
Conclusie:
Het conceptueel raamwerk voor persoonsgericht leiderschap, draagt bij aan relationele leiderschapstheorie en biedt klinisch verpleegkundig leiders, docenten en onderzoekers een leiderschapsstijl welke congruent is met de persoonsgerichte beweging/tendens en welke tevens ontwikkeld is binnen een verpleegkundige context. Omdat
het concept nieuw is binnen verpleegkunde- en de gezondheidszorg in het algemeen, wordt verder onderzoek en ontwikkeling aanbevolen.
|