Nederlandse titel proefschrift Frailty & depressie op latere leeftijd: een wankel evenwicht
Engelse titel proefschrift Frailty & late-life depression: a delicate balance
Promovendus Collard, Rose
Universiteit Radboud Universiteit
Datum promotie 07/10/2015
Promotores Promotoren: prof. dr. R.C. Oude Voshaar & prof. dr. A.H. Schene. Copromotoren: dr. H.C. Comijs & dr. P. Naarding
Linkedin-account linkedin.com
Researchgate-url researchgate.net
Abstract (Engels)

Depression is the most common psychiatric disease worldwide. With demographic balance shifting towards an older population, the number of older adults with a lifetime history of depression or subthreshold depression will be significant over the next decades. Depression is a serious psychiatric disease that affects not only the person suffering from depression, but also the social environment oft he person. The course of late-life depression is characterized by high recurrence and relapse rates. Little is known about the causes of this adverse course of depression in older persons.
During the last half of the 20th century, life expectancy rapidly increased and marked the appearance and growth of a vulnerable group of older persons. This shift in age distribution resulted in the introduction of the term frailty. Frailty is a condition conferring vulnerability to poor physical health outcomes, due to a loss of reserve capacity oft he aging body.
The associations between late-life depression and frailty are investigated in this thesis.
We found that frailty prevalence is much higher in depressed older persons, than in non-depressed older persons and that physical frailty predicts a chronic course of depression.
Frailty can be a useful construct to detect a particularly vulnerable group within depressed older persons that are at risk of a more chronic course of late-life depression. Since frailty is a potentially reversible condition that can be targeted with specific interventions such as exercise, vitamin D supplementation and reduction of polypharmacy3, it can guide treatment. Therefore screening for frailty deserves a prominent place in the treatment of late-life depression.

Abstract (Nederlands)

Achtergrond - Met het oog op de gestaag groeiende groep ouderen in Westerse landen zal ook de groep ouderen die kampt met depressie toenemen. Depressie op latere leeftijd heeft grote gevolgen voor de persoon zelf en de omgeving. Dit is voor een groot deel te wijten aan het vaak chronische beloop van depressie en de hoge mate van terugval. (Stek, Van Exel, Van Tilburg, Westendorp, & Beekman, 2002) Er is nog weinig bekend over waarom depressie zo vaak dit slechte beloop kent bij ouderen.
Met het stijgen van de levensverwachting in de laatste helft van de twintigste eeuw, kwam naar voren dat ook onder ouderen het risico op negatieve gezondheidsuitkomsten sterk verschilde. De ene oudere kampt sneller met gezondheidsklachten dan de ander. Dit heeft geleid tot de introductie van het begrip ‚frailty‘ om de meest kwetsbare ouderen te identificeren. Deze kwetsbare ouderen hebben een gebrek aan reservecapaciteit om (soms relatief kleine) stressoren op te kunnen vangen en daardoor lopen zij meer risico op negatieve gezondheidsuitkomsten en verlies van zelfstandigheid.
Doel – De prevalentie van frailty in de bevolking en onder depressieve ouderen vaststellen, hierbij rekening houdend met de verschillende frailty definities die er zijn. Onderzoek doen naar de verbanden met lichamelijk ziektes en inflammatie. Tenslotte onderzoeken of frailty een voorspeller is van het beloop van depressieve klachten in de bevolking en depressieve stoornis bij ouderen met een depressie diagnose.
Methoden – Systematische literatuurreview en meta-analyse. De baseline en twee-jaars follow-up gegevens van de Nederlandse Studie naar Depressie bij Ouderen (NESDO)(Comijs et al., 2015; Comijs et al., 2011) werden middels verschillende regressie technieken en covariantie analyse geanalyseerd. De negen-jaars follow-up gegevens van de Italiaanse bevolkingsstudie InCHIANTI (ouder worden in de Chianti regio)(Ferrucci et al., 2000) werden middels Cox regressie geanalyseerd.
Resultaten - Voor het doen van onderzoek naar frailty in de ouderenpsychiatrie is fysieke frailty (≥3 van de volgende kenmerken: gewichtsverlies, uitputting, laag activiteitenniveau, lage loopsnelheid, spierzwakte)(Fried et al., 2001) een relevant en bruikbaar begrip.
In de algemene bevolking is één op de tien ouderen frail en voorspelt frailty zowel de incidentie als het aanhouden van depressieve stemming. Van de ouderen met een klinische depressie diagnose is ruim een kwart frail. Bovendien verklaart de aanwezigheid van frailty gedeeltelijk het bestaande verband tussen depressie en lichamelijke ziektes en vinden we een verband tussen inflammatie en de lichamelijke prestatie dimensie van frailty. Verder voorspelt de aanwezigheid van frailty een slechter beloop van depressie over twee jaar. Hoewel de lichamelijke en motivationele depressiesymptomen meer verbeteren bij toenemende frailty, houden deze mensen toch nog meer lichamelijke en motivationele depressieklachten.
Conclusie - De bevindingen wijzen op een verwevenheid van frailty en depressie op latere leeftijd en zouden kunnen duiden op een specifiek frail-depressief subtype van depressie wanneer er ook sprake van frailty is. Hoewel dit subtype sterke verbanden heeft met een chronisch beloop van depressie, is er ook goed nieuws. Aangezien er zowel voor frailty als depressie behandelmogelijkheden zijn, biedt dit kansen voor de ontwikkeling van speciale interventies die gericht zijn op de fysieke en de psychische gezondheid. Toekomstig onderzoek zal moeten uitwijzen of deze interventies de prognose van deze bijzonder kwetsbare groep ouderen kunnen verbeteren.

Proefschrift downloaden (Engels) Proefschrift_Collard_07-10-2015.pdf