Abstract (Nederlands) |
Ondanks steeds betere behandelingen zijn hart- en vaatziekten wereldwijd nog steeds een belangrijke oorzaak van overlijden. Daarom is secundaire preventie, het inperken van risicofactoren, belangrijk om de ziekte te stoppen of te vertragen.
De behandeling van de risicofactoren voor patiënten met hart- en vaatziekten bestaat uit een combinatie van medicatie en aanpassing van leefgewoonten. Het naleven van de aanbevelingen gericht op leefgewoonten en de behandeling van bloeddruk en cholesterol met medicatie zorgt voor een aanzienlijke risicoverlaging. Uit de EUROASPIRE (European Action on Secondary and Primary Prevention by Intervention to reduce Events) surveys blijkt echter dat het de meerderheid van de patiënten niet lukt de streefwaarden te halen. De aanpak blijkt onvoldoende en verbetering van ongezonde leefgewoonten wordt te weinig bereikt. Secundaire preventie is daarmee verre van optimaal.
In dit proefschrift evalueren we een aantal strategieën en concepten om risicofactoren in te perken. We analyseerden eerder uitgevoerde onderzoeken en identificeerden effectieve componenten van bestaande (door verpleegkundigen gecoördineerde) preventieprogramma’s. Op basis van onze bevindingen ontwierpen en voerden we een nieuwe, op onze bevindingen gebaseerde, gerandomiseerde studie uit. Dit alles met als doel het heroverwegen van de huidige aanpak van risicofactoren in de secundaire preventie van hart- en vaatziekten.
De uitkomsten van de RESPONSE-2 trial laten zien dat een jaar na ziekenhuisontslag door verpleegkundigen gecoördineerde verwijzing naar tenminste één leefstijl programma effectiever is om leefstijl risicofactoren te verbeteren, dan wanneer alleen gebruikelijke zorg werd gegeven. We ontdekten daarnaast ook dat samenwonen met een partner in beide groepen geassocieerd was met een succesvolle uitkomst.
|