Abstract (Engels) |
Meaning in life (MiL) is a subject of growing interest in (Dutch) society. In later life, MiL can be a challenge for older persons, among others, due to loss of dear ones and loss of physical and mental ability. Most older persons in the Netherlands age in place (in their private homes), hence home nurses frequently encounter older patients with MiL issues. According to the Dutch nurse competence profile, MiL issues are principle problems on which nurses should focus. However, nurses in practice feel incompetent in this regard. The scholarly literature provides little support, as it contains multiple gaps regarding: MiL of older home nursing patients; home nursing with respect to older patient’s MiL; and education in this regard. Lack of knowledge and competence contributes to nurses’ dissatisfaction and may negatively influence patients’ health and quality of life. The objective of this thesis is to generate knowledge with respect to the mentioned knowledge-gaps. Additionally, this work contributes to good professional practice and to education with respect to older home nursing patients’ MiL.
Chapter 2 is a literature review regarding MiL in the (non-specified) population of older persons; chapter 3 is an empirical study which focusses on a specific group of older persons: home nursing patients. This group is particularly relevant, because 90% of Dutch older persons (75+) ages in place and many of them receive home nursing.
Chapter 2 provides insights into the existing literature regarding MiL of older persons through an integrative review. In various academic databases we identified 574 texts, of which 44 met the inclusion criteria. Texts were heterogeneous in type and discipline. Analysis of texts resulted in five themes regarding finding MiL: developmental process, creation of meaning, discovery of meaning, daily meaning, and connection. Older persons find meaning in a developmental process, both in continuity and discontinuity of life, and in relation to their cultural values. In the later years they create MiL through activities, composing a life story, using character strengths and by various (coping) strategies. MiL can also be found through discovery, by silence and contemplation, instead of acting. Only a few authors described daily meaning, finding meaning by daily activities. These daily activities may be connected to another (existential) level. Finding meaning is not an individual process. It is a process of connection, with self, others, society, or something greater than oneself, e.g. God, the universe. The selected texts revealed many circumstances that are associated with MiL: health, higher education, higher income, good relational quality, social integration, high everyday competence, employment, marriage, self-compassion, helping others, religiousness.
See dissertation for the complete summary.
|
Abstract (Nederlands) |
Zingeving is een onderwerp dat steeds meer aandacht krijgt in de samenleving, ook in Nederland. Met het ouder worden kan zingeving een uitdaging worden, onder andere door het verlies van naasten en het verlies aan fysieke en mentale capaciteiten. Omdat de meeste ouderen thuis wonen (in hun privéwoning), komen thuiszorgmedewerkers vaak ouderen tegen die zingevingsproblemen hebben. Volgens het Nederlandse beroepsprofiel van de verpleegkundige horen zingevings- vragen tot de kernset van verpleegproblemen. Toch voelen zorgmedewerkers in de beroepspraktijk zich niet competent op dit gebied. De wetenschappelijke literatuur biedt hen weinig steun. Er zijn meerdere lacunes in de academische kennis gevonden; ten aanzien van zingeving door ouderen die thuiszorg ontvangen, verpleegkundige zorg voor thuiswonende ouderen waarbij aandacht is voor zingeving, en onderwijs
op dit gebied. Gebrek aan kennis en competenties leidt tot werkontevredenheid bij zorgmedewerkers. Bij patiënten kan dit gebrek aan kennis en competenties (van zorgmedewerkers) een negatieve invloed hebben op hun gezondheid en kwaliteit van leven. Het doel van dit proefschrift is om kennis te genereren ten aanzien van de gesignaleerde kennislacunes en om bij te dragen aan een goede professionele praktijk en aan educatie van zorgprofessionals op dit gebied.
Hoofdstuk 2 is een (integratieve) literatuurreview over zingeving en ouderen in
het algemeen; hoofdstuk 3 is een empirische studie waarin we ons richten op een specifieke groep ouderen, namelijk ouderen die thuiszorg ontvangen. Dit is een zeer relevante groep, want 90% van de Nederlandse ouderen (75+) zijn thuiswonend en veel van hen ontvangen thuiszorg.
Hoofdstuk 2 biedt inzicht in de bestaande literatuur over ouderen en zingeving.
In diverse academische databases vonden we 574 teksten, waarvan er 44 voldeden aan de inclusiecriteria. Deze teksten waren divers in aard en discipline. Analyse van deze teksten resulteerde in vijf thema’s ten aanzien van het vinden van zin: ontwikkelingsproces, creatie van zin; ontdekken van zin; dagelijkse zingeving, en verbinding. Ouderen vinden zin in een ontwikkelingsproces, in zowel de continuïteit als de discontinuïteit van het leven. Zij verhouden zich hierbij tot hun culturele waarden. Ouderen creëren zin door hun activiteiten, het maken van een levensverhaal, het gebruik van hun sterke karaktertrekken en door verschillende coping-strategieën. Zin kan ook worden gevonden door het te ontdekken, in stilte en door contemplatie, in plaats van actief iets te doen. Slechts een paar auteurs schrijven iets over dagelijkse zingeving, zin vinden in dagelijkse activiteiten. Deze dagelijkse activiteiten kunnen verbonden zijn met een ander (existentieel) niveau. Het vinden van zin is geen individueel proces. Het is een proces van verbinding, met jezelf, anderen, de maatschappij, of iets groters dan jezelf, bijvoorbeeld God of het universum.
Zie proefschrift voor de volledige samenvatting.
|