Abstract (Nederlands) |
Dit promotieonderzoek gaat over eigen regie van ouderen met een somatische aandoening wonend in een verpleeghuis. Ook al willen ouderen bij voorkeur zo lang mogelijk zelfstandig wonen, er kan een moment komen dat dit niet langer kan. Vaak is dan een verhuizing naar het verpleeghuis nodig. In verpleeghuizen is het behouden van eigen regie soms best een uitdaging. Bijvoorbeeld omdat er sprake is van afhankelijkheid van anderen om de behoeftes te vervullen. Ook de omgeving waarin de zorg wordt verleend speelt een rol; er zijn altijd anderen waarmee de oudere samenleeft, die ook - en soms tegelijkertijd- hulp nodig hebben. Verder kan de noodzaak tot veilig handelen, vaak vastgelegd in protocollen, de eigen regie negatief beïnvloeden.
Het doel van dit promotieonderzoek was om meer zicht te krijgen op hoe ouderen met een somatische aandoening die wonen in een verpleeghuis, samen met de zorgmedewerkers en in die zorgomgeving, hun eigen regie kunnen behouden of bevorderen. De onderzoeksvraag voor dit proefschrift luidde dan ook: ‘Hoe kunnen ouderen met somatische aandoeningen in een
verpleeghuisomgeving, samen met de zorgmedewerkers hun eigen regie behouden of bevorderen?’
Door middel van diverse onderzoeksmethoden, zoals een literatuuronderzoek, het observeren van ouderen en medewerkers, het bestuderen van beleidsdocumenten en het interviewen van betrokkenen is deze onderzoeksvraag onderzocht. Als laatste is gekeken of ouderen en medewerkers samen acties konden uitvoeren die de eigen regie behouden of bevorderen.
De belangrijkste bevindingen zijn:
∙ Ouderen die in het verpleeghuis wonen beschikken over verschillende manieren om eigen regie te voeren. Ook blijkt de relatie met
zorgmedewerkers belangrijk om eigen regie te behouden.
∙ Eigen regie kent een sterke relationele dimensie: ouderen die in een verpleeghuis wonen zijn afhankelijk van de wijze waarop anderen
-zorgmedewerkers, familie en vrienden- reageren op hun signalen om eigen regie te voeren.
∙ Zorgmedewerkers vinden eigen regie van ouderen belangrijk. Zij zetten diverse manieren in om eigen regie vanuit de zorgrelatie te
ondersteunen. De samenhang tussen de behoefte van de oudere en de inzet van de zorgmedewerkers is niet altijd aanwezig.
∙ Een continue afstemming tussen ouderen en zorgmedewerkers is nodig om eigen regie te kunnen behouden in het verpleeghuis.
∙ Het samen onderzoeken van de wijze waarop ouderen en zorgmedewerkers van een afdeling eigen regie kunnen ondersteunen,
kan spanningen in de zorgrelatie veroorzaken. Zowel ouderen als zorgmedewerkers gaan door een leerproces om hun weg te vinden als
samenwerkingspartner.
∙ Zorgorganisaties kunnen beleid inzetten om de omgeving van de zorg zodanig in te richten dat eigen regie ruimte krijgt op afdelingsniveau
en binnen de zorgrelatie. Ze maken daar nu nog niet optimaal gebruik van. Met name ouderen zelf worden bij het ontwikkelen van beleid, niet rechtstreeks betrokken en bevraagd.
We formuleerden aanbevelingen voor de ouderenzorg en de opleiding voor zorgberoepen. Ouderen zelf zouden hun wensen en behoeftes moeten kunnen uiten en feedback geven op het handelen van de zorgmedewerkers en de werkwijze op de afdeling. Waar nodig zouden ze hierbij gefaciliteerd kunnen worden door bijvoorbeeld de inzet van een narratieve methode en huiskamerbijeenkomsten. Zorgmedewerkers zouden regelmatig moeten reflecteren op hun opvattingen, ervaringen en handelen ten aanzien van eigen regie van ouderen in geplande intervisies en met behulp van dagelijkse reminders. Verder kunnen ze leren van elkaar door het schaduwen van het handelen van collega’s. De managers zouden de ouderen moeten betrekken bij het formuleren en evalueren van beleid gericht op eigen regie. Verder wordt aan het management aanbevolen om alle aspecten die volgens de theorie een bijdrage kunnen leveren op
het gebied van eigen regie, meegenomen dienen te worden in het beleid. Binnen het onderwijs voor zorgmedewerkers zouden de kennis over eigen regie en het ontwikkelen van competenties om eigen regie te bevorderen een plaats moeten krijgen.
|